Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Wet bevordering eigenwoningbezit

 

Artikel 3 Toetsinkomen
1
Het toetsinkomen, bedoeld in deze wet en de daarop berustende bepalingen, is de ten aanzien van degenen die behoren tot het huishouden van de eigenaar-bewoner berekende som van de toetsinkomens in de zin van de voorwaarden en normen voor de onder auspiciën van de Stichting Waarborgfonds Eigen Woningen ontwikkelde Nationale Hypotheek Garantie, zoals deze jaarlijks in de Staatscourant worden gepubliceerd.
2
Bij de bepaling van de som volgens het eerste lid wordt elk toetsinkomen dat negatief is, op nul gesteld.
3
De inspecteur, onder wie de eigenaar-bewoner of degene die tot diens huishouden behoort krachtens artikel 3, tweede lid, van de Algemene wet inzake rijksbelastingen ressorteert voor de heffing van de inkomstenbelasting, verstrekt op verzoek van Onze Minister, van de desbetreffende eigenaar-bewoner of degene die tot diens huishouden behoort, aan Onze Minister:
a
indien over het kalenderjaar waarin die eigenaar-bewoner de eigenwoningbijdrage heeft aangevraagd en de woning in eigendom heeft verkregen een aanslag inkomstenbelasting is of wordt vastgesteld: het verzamelinkomen, bedoeld in artikel 2.18 van de Wet inkomstenbelasting 2001, zoals dat in die aanslag is opgenomen of zoals dat bij beschikking is vastgesteld;
b
indien over het kalenderjaar waarin die eigenaar-bewoner de eigenwoningbijdrage heeft aangevraagd en de woning in eigendom heeft verkregen geen aanslag inkomstenbelasting is of wordt vastgesteld: het belastbare loon, bedoeld in artikel 9 van de Wet op de loonbelasting 1964, zoals dat blijkt uit de jaaropgaven over het jaar waarin de woning in eigendom is verkregen, vermeerderd met het belastbare loon waarover in dat jaar loonbelasting is nageheven.


Jurisprudentie bij dit artikel

  • Hieronder wordt een selectie van de bijbehorende jurisprudentie getoond.

  • Geen resultaten gevonden voor de door u opgegeven zoek termen.
  •